Nieuws

Donkere wolken voor gezondheidssoevereiniteit

14 juni 2024
De laatste week van mei was een drukke week op de jaarvergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De zwaar omstreden amendementen op de Internationale gezondheidsregling 2005 (IGR) en andere resoluties werden slechts 90 minuten vóór de deadline door de 194 lidstaten van de Wereldgezondheidsvergadering (WHA) gepusht. Deze overhaaste aanpak is zorgwekkend, niet alleen vanwege de inhoud van de amendementen, maar ook vanwege het naderende pandemieverdrag. Met haar aanwezigheid in Genève houdt Christian Council International (CCI) de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Directeur General WHO

Door: Wilmer Hak

Zorgwekkende wijzigingen in de Regeling
De IGR is een juridisch bindend instrument van de WHO, dat de WHO de bevoegdheid geeft om bij internationale ziekten verplichtend op te treden. Na de COVID-19-pandemie begonnen de onderhandelingen over het aanpakken van de ‘problemen’ waarmee men tijdens de laatste pandemie te maken kreeg bij het gebruik van de IGR. De langzame, oneerlijke en ongelijke aanpak van de lidstaten bij de aanpak van het virus was het voornaamste probleem. De ‘nieuwe’ IGR heeft tot doel deze problemen aan te pakken zonder te bedenken dat de mens in de kern pandemieën niet zelf kan aanpakken. 

 Dit idee van onbeperkte maakbaarheid komt niet alleen tot uiting in het feit dat de amendementen vaccins promoten als de beste manier om een ​​pandemie aan te pakken en te voorkomen. De promotie van de QR-code en reisbeperkingen voor niet-gevaccineerde mensen brengen ook deze zorgwekkende visie van de WHO in beeld.  Daarbij komt dat veel vooraanstaande onderzoekers steeds vaker waarschuwen voor de schadelijke gevolgen en bijwerkingen van vaccinaties.

Deze meer ethische zorgen vallen samen met de grote machtsgreep van de WHO via deze amendementen. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in het feit dat de directeur-generaal van de WHO kan beslissen wanneer er sprake is van een pandemische noodsituatie. De WHO zal vervolgens een plan voorstellen om deze ‘noodsituatie’ aan te pakken. De rol van de nationale gezondheidszorg van landen is dat zij binnen 48 uur met dit plan moeten instemmen. Als zij het daar niet mee eens zijn, zal de WHO  dit melden aan andere landen en het publiek. Dit zal grote druk uitoefenen op een lidstaat omdat andere landen reisbeperkingen of sancties zullen opleggen, om nog maar te zwijgen van de publieke onrust, terwijl er misschien helemaal geen sprake is van een noodsituatie.

Deze inbreuk op de soevereiniteit van de gezondheidszorg wordt nog zichtbaarder als we de verandering in de terminologie in de IGR onder de loep nemen. Het is nogal opmerkelijk om te zien dat de nieuwe term ‘pandemische noodsituatie’ wordt genoemd in de context van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang. Deze term opent de bevoegdheid van de WHO om tijdens een noodsituatie op te treden en metingen uit te voeren. Het probleem is echter dat de criteria bij een pandemische noodsituatie niet uitputtend zijn opgesomd. Ze bevatten de formulering ‘inclusief’, wat aangeeft dat er meer redenen kunnen zijn als vermeld. Daarom kan de WHO op elk moment wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende ziekte, zoals HIV, besluiten dat er sprake is van een pandemische noodsituatie.

De nieuwe regeling in een bredere context
Als we deze uitgebreide bevoegdheid van de WHO in een bredere context plaatsen, zal het werkelijke doel van de gewijzigde IGR naar voren komen. Slechts een week nadat de IGR was aangenomen, voegde de WHO met een geheime stemming het zeer controversiële Centrum voor Reproductieve Rechten (een abortus- en LGBTQ+-bevorderende organisatie) toe aan de lijst van officiële relaties met de WHO. In een andere resolutie die in de laatste week van mei werd aangenomen, de Regeling Sociale Participatie, vermeldden ze ook dat SRHR (betreffende seksuele autonomie, abortus, LGBTQ+ en voorbehoedmiddelen) tot de basisgezondheidszorg behoorde. De derde resolutie die werd aangenomen over de respons op gevaren bevatte een bepaling om kwetsbare mensen te beschermen. Tot deze kwetsbare mensen behoorde zonder enige reden ook de LGBTQ+ personen. 

In al deze documenten ontbreekt nog steeds één essentieel aspect: het Pandemieverdrag (meer informatie: zie opinieartikel CCI Pandemisch Verdrag). Dit document probeerde de International Negotiation Body (INB), het onderhandelingsbureau van de WHO, er ook doorheen te drukken. Het werd echter niet aangenomen. Dit Verdrag (het zal waarschijnlijk een verdrag worden) behelst de opening van een wereldwijd voorraadnetwerk van relevante medische gezondheidsproducten. De WHO gaat samen met andere relevante ‘belanghebbenden’ beoordelen welke producten relevant zijn. Dit komt door de samenlevingsbrede aanpak die de IGR bevordert, waarbij alle relevante actoren, inclusief de hierboven genoemde nieuwe actoren, samenwerken. Dit voorraadnetwerk zal prioriteit geven aan producten voor de basisgezondheidszorg, waaronder ook abortuspakketten, voorbehoedmiddelen en vele andere producten die helemaal niet relevant zijn. De IGR vermeldt hun prioriteit omdat deze in de Regeling Sociale Participatie al als basisgezondheidszorg zijn vastgelegd. Daarom raken de voorraden van farmaceutische ‘belanghebbenden’ op dit moment al vol met deze ‘relevante’ producten om vrij uitgedeeld te worden wanneer de WHO de volgende pandemie besluit.

Deze slinkse aanpak met al deze terminologie en resoluties is echter geen verrassing. De belangrijkste donoren en drijvende krachten achter al deze resoluties en verdragen zijn de Europese Unie en de regering-Biden. Premier Trudeau van Canada, die al een oude noodwet heeft misbruikt en veel niet-gevaccineerde mensen in het land op totalitaire wijze heeft vervolgd, is eveneens een koploper. De regering-Biden heeft bijvoorbeeld ruim 1,2 miljard belastinggeld aan de WHO gedoneerd (wat 15% van hun jaarlijkse begroting is). Dit omvat overigens niet de $829 miljoen van de Bill & Melinda Gates Foundation.

Het zorgwekkende aspect is dat veel landen over de hele wereld een fata morgana zien. Dit komt door twee andere, sluwe benaderingen van de WHO. Ten eerste worden veel landen getriggerd door het idee van gelijke toegang tot vaccins. De Afrikaanse groep omvat bijvoorbeeld veel conservatieve landen die het hierboven genoemde beleid niet voorstaan. Vanwege hun gebrek aan gelijke toegang tot medische gezondheidszorgproducten worden echter veel aspecten, waaronder potentiële vaccinmandaten van de WHO, over het hoofd gezien.

De tweede misleidende benadering om de soevereiniteit weg te nemen is zelfs nog sluwer. De WHO geeft proefperioden en ratificatieperioden aan landen die zich willen terugtrekken. Binnen dit tijdsbestek, meestal rond de twaalf tot achttien maanden, maar nu waarschijnlijk tien, kunnen de landen voorbehouden maken bij de wijzigingen. Daarna wordt het verdrag bindend. Wat opnieuw over het hoofd wordt gezien, is dat voorbehouden die niet verenigbaar zijn met de doelstelling van het Verdrag, zoals uiteengezet door de WHO, door een meerderheid van de WHA kunnen worden verworpen. Op deze manier zullen landen nog steeds de regels van de WHO gehoorzamen zonder toestemming van de nationale parlementen.

Oproep tot actie
De WHO is niet voor niets druk bezig geweest. In mei van dit jaar spraken alle 49 Republikeinse senatoren in Amerika zich al uit tegen het wereldwijde gezag van de WHO. Bovendien zullen er DV  in november 2024 presidentsverkiezingen plaatsvinden in de Verenigde Staten. Presidentskandidaat Trump heeft de WHO al bekritiseerd vanwege hun onethische beleid en inbreuken op de soevereiniteit. In 2020 schortte hij al alle financiële steun aan de WHO op en dreigt dat opnieuw te doen. De WHO zou in ernstige problemen komen als dat opnieuw zou gebeuren. Maar de grote haast om al deze overeenkomsten bindend te maken, inclusief het Pandemieverdrag, is vooral de gevreesde en zekere torpedering van deze machtsgreep van de WHO bij een Republikeinse overwinning in november

De INB komt in juli opnieuw bijeen om te onderhandelen over het pandemieverdrag. Als er snel een overeenstemming wordt bereikt, kan het verdrag dit jaar worden afgerond tijdens een speciale zitting van de WHA. Anders zal het in 2025 tijdens de WHA worden afgerond. Om dit verdrag aan te nemen, als het een verdrag wordt naar alle waarschijnlijkheid, moet een tweederde meerderheid vóór stemmen. Daarna kunnen lidstaten bezwaren en reserveringen maken. Bij de reeds aangenomen amendementen op de IGR kunnen lidstaten reserveringen maken of weigeren het document te ratificeren.

Voor Nederland geldt een speciale procedure. De Nederlandse delegatie in Genève stelde dat de nieuwe regering, en niet de demissionaire regering, deze amendementen moet ‘goedkeuren’. Het wordt aanbevolen om dit te doen voordat het Pandemieverdrag van kracht wordt, om verwarring of onduidelijkheid te voorkomen over waar we het wel of niet over eens moeten worden, vooral vanwege de misleidende ratificatieperioden. Voor het nieuwe kabinet in Den Haag is het daarom noodzakelijk om zo snel mogelijk goed te kijken naar de wijzigingen en de gevolgen daarvan voor de nationale soevereiniteit en individuele rechten.

Als onze persoonlijke vrijheid en nationale soevereiniteit waardevol voor ons zijn, is snelle actie noodzakelijk voor alle lidstaten van de WHO. Wij roepen alle parlementsleden en burgers over de hele wereld op om zich tegen de gewijzigde IGR en alle andere resoluties te verzetten en de ratificatie te weigeren. Voor het Pandemieverdrag dat nog moet worden aangenomen, dringen wij er bij lidstaten, vooral in ontwikkelingslanden, op aan zich terug te trekken uit het document, aangezien dit de weg vrijmaakt voor een autoritaire, onethische WHO in plaats van een adviserende WHO. Deze weerstand kan worden versterkt door de CCI te steunen. Met onze permanent te maken aanwezigheid en raad en toezicht in Genève zijn we in staat om de aandacht te vestigen op belangrijke problemen binnen internationale verdragen bij diplomaten van over de hele wereld, waarbij we pleiten voor de bescherming van het leven, het gezin, de vrijheid en in dit geval de soevereiniteit op het gebied van  gezondheidszorg en behoud van persoonlijke vrijheid als het over al dan niet vaccineren gaat.

Wilmer Hak is CCI Beleidsmedewerker Genève