Nieuws

Päivi Räsänen: "Ik ben bereid om de vrijheid van meningsuiting en godsdienst te verdedigen voor de hogere rechtbanken"

3 mei 2022
29 april 2022, heeft de openbare aanklager aangekondigd dat zij op alle punten in beroep zal gaan tegen het unanieme vrijspraakvonnis van de districtsrechtbank in het "Bijbelproces" bij het Hof van Beroep.

Persbericht

29.4.2022

Parlementslid, Dr. Päivi Räsänen:

Ik ben bereid om de vrijheid van meningsuiting en godsdienst te verdedigen voor de hogere rechtbanken

Het besluit van de openbare aanklager om in beroep te gaan tegen de vrijspraak kan ertoe leiden dat de zaak wordt doorverwezen naar het Hooggerechtshof, waardoor een precedent kan worden geschapen ter bescherming van de vrijheid van meningsuiting en godsdienst voor alle Finnen. Ik ben ook blij dat deze beslissing ertoe zal leiden dat de discussie over de leer in de Bijbel in de Finse samenleving wordt voortgezet. Ik ben bereid de vrijheid van meningsuiting en godsdienst te verdedigen voor alle noodzakelijke rechtbanken en zelfs voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Dit proces tegen mij, met alle onderzoeken en verhoren, heeft al bijna drie jaar geduurd en het ziet er nu naar uit dat het nog jaren zal duren. Het moeilijkste voor mij was het aanhoren van de valse beschuldigingen van de openbare aanklager over mijn verklaringen. Het zou beter zijn als de openbare aanklager zich daadwerkelijk zou houden aan wat ik heb gezegd, in plaats van valse verklaringen en beschuldigingen voor de rechter te blijven brengen.

In het vonnis van de rechtbank stond dat veel van de beschuldigingen die de aanklager tegen mij uitte in feite niet klopten, en nooit door mij zijn gezegd in een tekst, toespraak, tweet of ander document dat door de aanklager aan de rechtbank is voorgelegd. Helaas blijft de aanklager in dit beroep dezelfde onjuiste, onnauwkeurige en onware beschuldigingen tegen mij uiten, die volledig gebaseerd zijn op haar eigen interpretaties van wat ik heb gezegd.

In haar openbare verklaringen zei de aanklager dat het er in haar interpretatie niet toe doet of mijn verklaringen "waar of onwaar" waren.

De aanklager beweert in dit hoger beroep dat ik in het pamflet van 2004 heb gezegd dat "alle homoseksuelen als minderwaardig zijn en moeten worden beschouwd", maar in feite heb ik dat nooit gezegd en ben ik die mening nu en in het verleden ook niet toegedaan. Integendeel, in het pamflet stel ik dat "volgens het christelijke mensbeeld iedereen, ongeacht seksuele geaardheid, gelijk en van gelijke waarde is". En dat "Onze grondrechten verbieden zeer terecht discriminatie van mensen op grond van onder meer seksuele geaardheid, maar dit vereist niet dat afwijkende relaties tot de status van huwelijk worden verheven."

De rechtbank oordeelde ook dat de aanklager andere onware beweringen over mijn teksten had gedaan, zij beweerde bijvoorbeeld dat ik zei dat homoseksuelen de neiging hebben om kinderen seksueel te misbruiken, en dat zij genetisch gedegenereerd zijn, of dat zij niet op dezelfde manier door God geschapen zijn als heteroseksuelen - deze beweringen werden unaniem door de rechtbank verworpen. Ik heb nooit iets dergelijks gezegd en ik denk zeker niet zo.

De aanklager heeft mijn uitspraken over theologische concepten opzettelijk verkeerd geïnterpreteerd en gemanipuleerd. Zij stelt dat de bijbelse begrippen "zonde en schaamte", die in mijn tweet voorkwamen, mensen minderwaardig maken. Spreken over zonde maakt niemand te schande, maar spreekt over onze situatie voor God. Als de leer van de Bijbel over zonde onwettig zou worden gemaakt, zou de kernboodschap van het christendom over genade, Jezus' offerdood waarmee hij onze zonden verzoend, leeg worden gemaakt.

Volgens de rechtsbeginselen en de grondwet kun je alleen een straf opleggen voor een handeling die in de wet als misdrijf is omschreven. Ik vertrouw er nog steeds op dat onze rechterlijke macht haar vonnissen op de "waarheid" baseert, in tegenstelling tot de aanpak van de aanklager. Ik vertrouw op een overwinning en ik moedig anderen aan om gebruik te maken van hun grondwettelijke rechten op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.

Päivi Räsänen

Bron: https://www.paivirasanen.fi/en/